Opgravingen Gentse Sint-Pietersplein zijn ten einde
Vier jaar terug, op 31 juli 2004, gaf schepen van Rouveroij het startsein voor een grootscheeps archeologisch onderzoek op het Gentse Sint-Pietersplein. Het was op dit plein dat in 1973 de Dienst Stadsarcheologie het levenslicht zag met haar eerste opgravingen in de tuinen van de Sint-Pietersabdij. Al die jaren voerde men in deze omgeving nauwgezet archeologisch onderzoek. Maar het was slechts het topje van een ijsberg: het grootste deel van de Sint-Pietersabdij werd gesloopt in de 18de eeuw om plaats te maken voor het Sint-Pietersplein. In 1796 verdween de abdij als instelling, wat over bleef werd gebruikt als stapelplaats.
Door de aanleg van de nieuwe ondergrondse parking stond de Dienst Stadarcheologie plots voor de immense opdracht om een plein van 200 bij 50 meter te onderzoeken en te archiveren. Omdat de bodem destijds afgegraven en afgevoerd werd waren de verwachtingen niet erg groot. Door intensief en oordeelkundig onderzoek werden er desondanks regelmatig interessante vondsten gedaan. Gedurende het twee jaar durende bodemonderzoek konden bezoekers het werk van de archeologen op de voet volgen. Tegelijk was er in de Sint-Pietersabdij de tentoonstelling ‘Tussen hemel en aarde’ waar de archeologische vondsten van het plein kon bewonderen.
Er werden ruim 1.300 prehistorische vuurstenen gevonden die terug gaan tot 96.000 jaar terug. Maar ook de Romeinen lieten sporen na. Getuigen daarvan zijn stukken aardewerk en de resten van een Romeins zwaard. Eind mei 2006 werden er zeven tiende eeuwse graven gevonden die volgens deskundigen toebehoorden aan familieleden van de Graaf van Vlaanderen. Verder werd er nog een kerkhof met enkele honderden graven gevonden dat terug gaat tot in de tiende eeuw. Daar werden drie typen van graven bloot gelegd: er waren de bijzettingen in volle grond, houten kisten en in stenen grafkelders. Sommige van die graven bestonden uit losse stukken natuursteen, anderen werden netjes gemetseld en met een rode fineerlaag en tekeningen afgewerkt.
Een bijzondere vondst was het mooi afgewerkte luxegraf van Vulferus, een tot nu toe onbekende notabele. Onder de schedel van het goed bewaarde skelet lag een mooi afgewerkte steen met de inscriptie dat de overledene Vulferus heette, en op 10 februari 1013 overleed. De tekst is mooi geschikt binnen een afgelijnd vierkant en horizontale lijnen. De tekst op de keerzijde is losser: 'Als je me ook ziet, dan smeek ik je me te laten rusten'. Op het ogenblik dat de opgravers dit konden lezen, was het al te laat. De rust van Vulferus werd voor het eerst in 990 jaar verstoord.
De omgeving van de Sint-Pietersabdij vervulde steeds een belangrijke economische en sociale rol en is nauw verbonden is met het ontstaan van de stad Gent. De urbanisatie ten tijde van de Franse bezetting en de recente stedelijke ontplooiing drukten als laatste hun stempel op het Sint-Pietersplein. De realisatie van de ondergrondse parking maakt daar vanaf nu ook deel van uit. De parking kostte 14 miljoen euro, nam 21 maanden in beslag en geeft plaats aan 700 wagens over drie verdiepingen. Hierbij werd er ook voorzien in de heraanleg van het Sint-Pietersplein tot evenementenplein met publiek sanitair en de nodige nutsvoorzieningen voor de foor.
Archief van 1 oktober
Guido Van Peeterssen.
<< Home